De
F staat voor de hele groep aan
Fermenteerbare koolhydraten. Deze zijn belangrijk om onze darmbacteriën gezond te houden. De gassen die vrijkomen bij fermentatie kunnen buikklachten geven. De andere letters staan voor de 4 verschillende soorten fermenteerbare koolhydraten:
- O Oligosachariden
Deze groep bestaat uit fructanen (komen vooral voor in brood en andere tarweproducten en groenten, zoals ui) en galactanen (met name in linzen, bruine bonen, kikkererwten en andere peulvruchten). - D Disachariden
Lactose, ofwel melksuiker. - M Monosachariden
Een voorbeeld is fructose uit fruit. De hoeveelheid hiervan verschilt per fruitsoort. In appels zit bijvoorbeeld meer dan in aardbeien (per 100 gram). Hoe meer fructose, hoe groter de kans op klachten als je hiervoor gevoelig bent. Monosachariden worden ook vaak aan voedsel toegevoegd als zoetstof. - A Staat niet voor een losse groep koolhydraten maar voor 'and’, wat in het Nederlands ‘en’ betekent.
- P Polyolen
Dit zijn suikeralcoholen. Ze komen voor in zoetstoffen (sorbitol, xylitol) en in sommige groente- en fruitsoorten, met name in steenvruchten, zoals avocado, perziken en kersen.