Start je iedere dag met een verstopte neus, niezen of tranende ogen? Misschien heb je een huisstofmijtallergie. Wat is het precies en wat kun je zelf doen om er minder last van te hebben? Expert Tamara beantwoordt de 8 belangrijkste vragen en geeft tips!

Expert Tamara beantwoordt de volgende vragen:

1. Wat is huisstofmijtallergie?
2. Welke klachten horen bij huisstofmijtallergie?
3. Hoe weet je of het huisstofmijtallergie is of een verkoudheid?
4. Wat is het verschil tussen huisstofmijtallergie en hooikoorts?
5. Hoe wordt de diagnose huisstofmijtallergie gesteld?
6. Wat kun je zelf doen tegen huisstofmijtallergie?
7. Welke medicijnen kun je gebruiken bij huisstofmijtallergie?
8. Wanneer naar de huisarts?

Huisstofmijten zijn piepkleine beestjes die je niet ziet, maar die wel overal zitten. Ze leven in stof en eten huidschilfers van mensen en dieren. Vooral warme, vochtige plekken vinden ze fijn, zoals matrassen, kussens en stoffen meubels. De allergie ontstaat door de uitwerpselen van de huisstofmijt. Dat kan allerlei klachten geven.

Veel mensen denken bij een huisstofmijtallergie aan een gewone verkoudheid. Niet gek, want de klachten lijken op elkaar:

• Jeukende of tranende ogen;
• Niezen;
• Verstopte neus of loopneus;
• Kriebelhoest;
• Drukkend gevoel in het hoofd;
• Vermoeidheid;
• Piepende ademhaling of kortademigheid.

Bovenstaande klachten kunnen het hele jaar door spelen, maar zijn vaak erger in de herfst en winter. Dan blijven ramen vaker dicht en is het binnen vaak wat vochtiger. Gelukkig kun je met een paar simpele aanpassingen al verschil maken (zie vraag 6).

Een gewone verkoudheid komt door een virus en gaat meestal binnen 1 tot 2 weken weer over. Bij een huisstofmijtallergie blijven de klachten langer en komen ze steeds terug. Vaak merk je dat het binnen in huis erger is, vooral ‘s ochtends bij het opstaan of als je net je bed hebt opgemaakt.

Hooikoorts en een huisstofmijtallergie lijken op elkaar, maar er zijn duidelijke verschillen. Hooikoorts komt door stuifmeel van bomen en grassen en speelt vooral in het voorjaar en in de zomer. Een huisstofmijtallergie ontstaat door de uitwerpselen van huisstofmijten en geeft het hele jaar door klachten, vooral binnen in huis. Vaak geldt: bij hooikoorts heb je buiten meer last van klachten, bij huisstofmijt juist binnen (zie vraag 2).

Als je denkt dat je een huisstofmijtallergie hebt, kan je huisarts dit onderzoeken. Vaak gebeurt dit op basis van je klachten en een allergietest. Er zijn 2 soorten testen:

• Priktest: Je huisarts of specialist brengt een beetje allergenen op je huid en prikt er zacht in. Ben je allergisch, dan ontstaat er een rood bultje.

• Bloedtest: Een bloedonderzoek kan meten of je lichaam afweerstoffen aanmaakt tegen de huisstofmijt.

De huisarts bespreekt met jou welke test nodig is en wat je daarna kunt doen om klachten te verminderen.

1. Houd je huis stofvrij. Stof af met een vochtige doek en stofzuig regelmatig.

2. Beperk stofnesten. Kies liever geen dikke tapijten, gordijnen of stoffen meubels.

3. Gebruik anti-allergene hoezen. Speciale hoezen voor je matras en kussens houden huisstofmijten tegen.

4. Was je beddengoed op 60 graden. 1 keer per week is genoeg om huisstofmijten en allergenen te verwijderen.

5. Houd de luchtvochtigheid laag. Huisstofmijten houden niet van droge lucht. Probeer met de luchtvochtigheid onder de 50% te blijven.

6. Zorg voor frisse lucht. Zet minstens 2 keer per dag de ramen 10 minuten wijd open, vooral in de slaapkamer, keuken en badkamer.

7. Wacht met je bed opmaken. Laat je dekbed even openliggen, zodat het goed kan drogen.

8. Vries knuffels af en toe in. Huisstofmijten kunnen ook in knuffels zitten. Leg ze 24 uur in de vriezer of was ze op 60 graden.

9. Dweil en stofzuig regelmatig. Gladde vloeren zijn makkelijker schoon te houden dan tapijt.

10. Droog was buiten of in de droger. Binnen drogen maakt de lucht vochtiger en daar houden huisstofmijten van.

11. Voorkom vocht in huis. Repareer lekkages en zorg dat badkamer en keuken goed geventileerd zijn.

Er zijn verschillende middelen die je kunt gebruiken. Denk aan een neusspray*, oogdruppels* of allergiepillen (antihistaminica**). Sommige medicijnen kun je zelf kopen bij de apotheek of drogist. Voor andere heb je een recept nodig via je huisarts. Heb je ernstige of langdurige klachten? Bespreek dan met je huisarts wat het beste bij jou past.

*Lees voor het kopen de verpakking.
**Dit is een geneesmiddel, lees voor gebruik de bijsluiter.

Soms is het slim om naar je huisarts te gaan, zeker als je klachten blijven of als ze juist erger worden. Neem contact op als je:

• Vaak benauwd bent;

• Een piepende of fluitende ademhaling hebt;

• Niet zeker weet welke medicijnen het beste bij je passen;

• Slecht slaapt of je allergie je dagelijks leven beïnvloedt;

• Twijfelt of je klachten wel door de huisstofmijt komen.

Je huisarts kan kijken waar je klachten vandaan komen (zie ook vraag 5) en welke behandeling het beste helpt.