Plasklachten? Zó pak je ze aan

Vaker moeten plassen, urineverlies: het zijn veelvoorkomende klachten tijdens de overgang. Wat kun je ertegen doen en hoe kun je ze voorkomen? Lees de uitleg en tips van huisarts Tamara én ontdek de oefeningen van onze samenwerkingspartner VGZ.

Waarom plasklachten in de overgang?

Tijdens de overgang daalt het hormoon oestrogeen, wat invloed heeft op de spieren en weefsels rond je blaas en bekkenbodem. Hierdoor kan het zijn dat je het plassen minder goed kunt controleren. Denk aan urineverlies bij het rennen, springen en hoesten. Of vaak ineens heel erg moeten plassen. Gelukkig zijn er simpele manieren om zelf je bekkenbodemspieren te trainen. Zo kun je plasklachten verminderen en zelfs voorkomen.

Dit kan je zelf doen om plasklachten te voorkomen: 5 tips van huisarts Tamara

  1. Doe bekkenbodemoefeningen. Je bekkenbodemspieren ondersteunen je blaas en helpen bij het goed ophouden van urine. Heb je milde klachten? Door deze spieren dagelijks te trainen, kun je de controle over je blaas verbeteren. Je kunt dit makkelijk zelf doen, bijvoorbeeld met deze oefening: span de spieren aan die je gebruikt om je plas op te houden, houd dit een paar seconden vast, en ontspan daarna weer. Doe dit 10 tot 15 keer per sessie, meerdere keren per dag.

  2. Zorg voor een gezond(er) gewicht. Overgewicht kan zorgen voor extra druk op je blaas en bekkenbodem, waardoor je meer last kan krijgen van incontinentie. Door af te vallen, bijvoorbeeld door anders te eten en meer te bewegen, kun je die druk verminderen. Zo wordt het makkelijker om je plas onder controle te houden.

  3. Drink genoeg water. Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar voldoende vocht binnenkrijgen helpt en is belangrijk! Te weinig drinken maakt je urine geconcentreerder, wat je blaas irriteert. Drink daarom elke dag 1,5 tot 2 liter water verspreid over de dag, en geen grote hoeveelheden in 1 keer.

  4. Let op blaasirriterende stoffen. Deze tip geldt alleen als je vaak ineens heel nodig moet. Cafeïne (in koffie en thee), alcohol en pittig eten kunnen je blaas irriteren, wat ervoor zorgt dat je vaker moet plassen. Merk je inderdaad dat deze producten invloed hebben op je plasklachten? Probeer ze dan zo min mogelijk te nemen. Mooi meegenomen: ook opvliegers kunnen daardoor verminderen.

  5. Ga regelmatig naar de wc. Wacht niet tot het laatste moment, maar plas op vaste tijden. Bijvoorbeeld om de 2 tot 3 uur. Zo kun je je blaas trainen en voorkomen dat deze te vol raakt. Dit helpt weer tegen urineverlies.

Wanneer naar de huisarts?

Bij ernstig urineverlies zijn bekkenbodemoefeningen soms niet genoeg. Overleg dan altijd met je huisarts of gynaecoloog. Neem ook contact op bij de volgende klachten:

  • Heel vaak of veel plassen;

  • Pijn of een branderig gevoel bij het plassen;

  • Bloed bij het plassen;

  • Hernia in je rug en moeite om je plas op te houden;

  • Urineverlies zonder dat je voelt dat je moet plassen en zonder dat je je inspant (hoesten, sporten).

Als bekkenbodemoefeningen niet helpen om je plas beter op te houden, zijn er andere oplossingen mogelijk. Je huisarts kan je advies geven over bijvoorbeeld een pessarium (ring in de vagina) of een operatie.

VGZ voor extra hulp en coaching

Wil je voorkomen dat je plasklachten krijgt en kun je daarbij wel wat steun gebruiken? VGZ helpt je verder, bijvoorbeeld met hun gratis Soepel en Sterk Coach app. Daarin vind je het programma ‘Sterkere bekken’ met allerlei simpele oefeningen om je bekkenbodemspieren te versterken en zo urineverlies te voorkomen. Train je mee?

Meer doen?

Hoe stap jij fit de herfst door?

De klok een uur terug, jij vooruit! Klaar om stralend en vol energie de wintertijd door te komen? Onze experts helpen je met tips, recepten en meer om vanuit thuis gezonder te leven.

Lees meer over ons maandthema

Alles over de overgang

De overgang brengt meer dan opvliegers: ontdek lichamelijke en mentale klachten, handige oplossingen, leefstijltips van onze experts en ervaringsverhalen van andere vrouwen!

Lees meer over de overgang