Verwarm de oven voor op 180 °C. Meng de bloem, ⅔ van de rietsuiker, het zout en ⅓ van de eieren in een kom. Snijd de boter in blokjes en kneed met koele handen door het bloemmengsel tot een glad deeg. Vorm er een bal van, pak in vershoudfolie in en laat in de koelkast 15 min. rusten.

Boen de limoen schoon, rasp ondertussen de groene schil en pers de helft uit. Prak de spijs fijn in een kom. Meng ⅓ van de eieren erdoor. Voeg het limoenrasp en -sap en de mascarpone toe en roer erdoor. Was de pruimen, halveer ze en verwijder de pit. Snijd in dunne plakjes.

Rol het deeg uit tussen twee vellen vershoudfolie tot een ronde lap van Ø 35 cm en 4 mm dik. Haal uit de folie en leg op een met bakpapier beklede bakplaat. Prik met een vork gaatjes in het deeg, laat aan de randen 4 cm vrij.

Verdeel het amandel-mascarpone-mengsel over het deeg. Laat de randen vrij. Verdeel dan de pruimen erover en vouw de rand deeg over de pruimen. Splits het laatste ei en bestrijk de deegranden met de eidooier.

Bestrooi de ingesmeerde deegrand met de rest van de rietsuiker. Bak de taart in het midden van de oven in ca. 40 min. goudbruin en gaar. Laat minimaal 1 uur afkoelen.