Schil de appel, verwijder het klokhuis en snijd de appel in kleine stukjes. Snijd de abrikozen ook in kleine stukjes. Maal de amandelen grof in de keukenmachine. Doe de broodmix, kaneel, appel, abrikozen en amandelen in een kom en schep door elkaar. Voeg de helft van de boter toe. Voeg scheutje voor scheutje de appelsap toe en meng met een mixer of met je handen tot een samenhangend deeg. Kneed de deegbal goed door en leg terug in de kom. Dek de kom af met vershoudfolie en laat 10 min. rusten.

Bestuif je handen met bloem. Verdeel het deeg in 10 gelijke stukken en vorm bolletjes. Leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat. Dek de bakplaat af met een vochtige theedoek en laat op een warme plaats 1 uur rijzen. Verwarm de oven voor op 220 °C. Bak de broodjes in het midden van oven in ca. 15 min. goudbruin en gaar. Neem de broodjes uit de oven.

Smelt de rest van de boter in een steelpan en bestrijk de broodjes ermee. Bestrooi royaal met poedersuiker. Laat de broodjes afkoelen. Bestrooi vlak voor serveren opnieuw met poedersuiker.