Meng 2 el citroensap, 2 el olie, de knoflook, de Provençaalse kruiden en peper en zout naar smaak. Laat de kipfilets hierin 10-15 min. marineren. Snijd de aardappelen in vieren en kook ze in 20 min. gaar, vang het kookwater op. Snijd de peren in parten, snijd het klokhuis eruit en schep om met 1 el citroensap.

Bak de gemarineerde kipfilets in de braadpan in 15 min. goudbruin en gaar. Neem uit de pan. Blus het bakvet af met 150 ml aardappelkookwater en breng deze jus aan de kook.

Snijd de bleekselderijstengels in boogjes en houd het groen apart. Meng de rest van de olie en de rest van het citroensap tot een dressing. Voeg naar smaak peper en zout toe. Schep de peren, de bleekselderijboogjes en het bleekselderijgroen om met de dressing. Snijd de kipfilets in plakjes en serveer met de gekookte aardappelen, de jus en de selderijsalade.