Croque monsieur
Een smeuïg Frans lunchgerecht bestaande uit twee dunne sneetjes brood en een oneindige variatie aan ingrediënten, bereid in de pan of oven: dát is de croque monsieur. Hoe maak jij ‘m vandaag?
Maak een traditionele croque monsieur
- Verwarm de oven voor op 200 °C. Snijd de kapjes van het brood. Snijd het brood in 8 sneetjes en rooster ze tijdens het voorverwarmen van de oven ca. 4 min.
- Smelt ondertussen de boter in een steelpan. Voeg de bloem toe. Laat al roerend op laag vuur gaar worden totdat de bloem licht begint te kleuren (roux), dit duurt 5 min. Voeg al roerend de melk toe en breng aan de kook. Voeg de nootmuskaat, peper en eventueel zout toe en laat 5 min. op laag vuur koken tot bechamel.
- Bestrijk elk sneetje brood aan 1 kant met ½ el mosterd. Leg 4 sneetjes met de mosterdkant naar boven op een met bakpapier beklede bakplaat. Verdeel de helft van de bechamel en de kaas erover. Leg hierop een plak ham en dek af met de rest van de sneetjes brood met de mosterdkant naar onderen. Verdeel de rest van de bechamel erover en bestrooi met de kaas. Bak ca. 10 min. in het midden van de oven.
Welke ham en welke kaas voor croque monsieur?
Onze roasted ham is langzaam gegaard en geroosterd waardoor het vlees lekker mals blijft. Ideaal voor een croque waarbij het vlees ook ná het grillen zijn malsheid behoud. Samen met jonge of extra belegen kaas heb je een gouden combinatie! Deze kazen smelten sneller en zijn hierdoor perfect voor croque monsieurs. Gaat je voorkeur naar een kaas met iets meer pit, dan zijn manchego en gruyère goede alternatieven. Voor de ultieme smaakbeleving kun je de kazen ook combineren. Tip: leg de kaas die het snelste smelt tussen de andere kazen. Zo smelt de kaas er mooi omheen.
Hoe lang bak je een croque monsieur
Per croque verschilt de baktijd lichtelijk, maar de meest gangbare tijd is 10 minuten in de oven. Door de oven op 200°C voor te verwarmen zal een traditionele croque monsieur in deze tijd goed warm zijn, zonder uit te drogen. Met het voorverwarmen zorg je er ook voor dat het gerecht de kans krijgt om lichtelijk krokant te raken, waar dit bij een koude oven niet lukt.