• Verwarm de oven voor op 180 °C of gasovenstand 4. Schil de aardappelen, snijd ze in grote, gelijkmatige stukken en kook ze 15 min. in een grote pan water met eventueel zout. Rasp de gele schil van de citroen en pers de vrucht uit. Giet de aardappelen af en stamp ze fijn met peper en eventueel zout, het rasp en de boter.

• Doe de bevroren doperwten in een vergiet en schenk er kokend water over om ze te ontdooien. Laat goed uitlekken. Pulseer de doperwten in de keukenmachine en spatel door de puree.

• Schil de wortelen en uien, hak ze in kleine stukjes. Doe de stukjes wortel en ui met olie in een grote, ovenbestendige pan. Bak 15 min. Roer af en toe tot ze zacht, maar nog niet verkleurd zijn.

• Warm de melk intussen op in een andere pan op matig vuur. Doe als de melk tegen de kook aan is de bevroren visfilets erbij en kook ze in ongeveer 10 min. gaar. Schep de filets met een schuimspaan op een bord en neem de pan van het vuur.

• Roer eerst de bloem door de wortelen en uien en giet daarna al roerend met een opscheplepel geleidelijk de melk erbij. Roer de blaadjes spinazie erdoor en breng op smaak met peper en eventueel zout. Verwijder de velletjes van de visfilets voorzichtig. Trek de filets in vlokken en voeg bij het wortelmengsel. Voeg de garnalen, mosterd en het sap van een 1/2 citroen toe, rasp de kaas erbij en roer voorzichtig door elkaar.

• Schep de doperwtenpuree erop, strijk het oppervlak glad en maak er met een vork of lepel een leuk patroontje in. Zet de pastei 30 tot 40 min. in de oven, of tot hij prachtig goudbruin is.

combinatietip:Heerlijk met een portie witte bonen in tomatensaus.