• Laat de boter en margarine op kamertemperatuur komen. Verwarm de oven voor op 180 °C.

• Klop in een beslagkom de boter, margarine, suiker, vanillesuiker en het zout met een mixer tot een luchtige massa. Voeg de helft van de eieren toe en klop tot een egaal beslag. Voeg het bakmeel toe en klop tot het een samenhangend deeg vormt. Vervang de gardes eventueel voor deeghaken.

• Bekleed de bodem van de springvorm met bakpapier en vet de randen in met wat boter. Bekleed de springvorm met ⅔ van het deeg. Leg de rest van het deeg in de koeling tot gebruik.

• Schil de appels, verwijder het klokhuis, snijd ze in vieren en vervolgens in plakjes. Doe de helft van de appels in de springvorm en bestrooi met de helft van de kaneel. Herhaal dit met de andere helft van de appels en kaneel.

• Rol het achtergehouden deeg uit tot een lap van een ½ cm dik. Snijd er 8 stroken van van 1½ cm breed en 1 lange strook voor langs de rand van de springvorm. Leg de deegstroken met geruit patroon over de appelvulling. Leg de lange strook om de rand van de springvorm. Klop het resterende ei los en bestrijk met een kwastje de stroken en rand.

• Bak de taart in ca. 60-75 min in het midden van de oven goudbruin en gaar. Dek de taart eventueel af als deze te donker kleurt. Neem uit de oven en minimaal 60 min. afkoelen.

bereidingstip:Je kunt de appeltaart 1 dag van tevoren maken. Bewaar afgedekt in de koelkast.