Kook de krieltjes in ruim kokend water in 10 min. bijna gaar. Giet af, laat iets afkoelen en snijd in plakjes van ca. 1 cm.

Halveer de prei (niet helemaal door), spoel onder koud stromend water en snijd in stukken van ca. 2 cm. Ris de blaadjes van de tijm. Snijd de tenen knoflook fijn.

Verwarm de oven voor op 200 °C. Bekleed de hele taart- of quichevorm met bakpapier. Verhit in een steelpannetje ca. 5 min. op middelhoog vuur de suiker met de boter en tijm tot een amberkleurige karamel. Schenk de warme karamel in de taartvorm. Beweeg de vorm, zodat de karamel zich verspreidt.

Verdeel de krielplakjes en prei over de bodem van de vorm en verdeel de knoflook erover. Bestrooi met peper en eventueel zout.

Rol het deeg uit, leg over de prei en stop de randen voorzichtig in. Maak in het midden 1 of 2 inkepingen, zodat de hete stoom kan ontsnappen. Bak de tarte tatin in het midden van de oven in ca. 35 min. goudbruin en gaar.

Maak ondertussen de salade. Scheur de kropjes sla in grove stukken, was ze en laat uitlekken. Snijd de onderkant van de stronken witlof. Snijd de stronken in de lengte doormidden en snijd in dunne repen.

Snipper de sjalot. Snijd de dille fijn. Klop met een garde de mosterd los met de azijn. Giet al kloppend de olie geleidelijk erbij. Roer de sjalot en dille erdoor. Breng de dressing royaal op smaak met peper en eventueel zout. Doe het witlof en de sla in een kom en meng de dressing erdoor.

Haal de taart uit de oven en laat 5 min. staan. Leg een serveerschaal omgekeerd op de taart- of quichevorm en keer om. Serveer de taart met de salade.