Snipper de sjalotten en snijd de dille fijn. Meng de sjalot en de helft van de dille en peper door de tartaar. Vorm hier met vochtige handen 12 balletjes ter grootte van een walnoot van. Verhit ⅓ van de olie in een koekenpan en bak de balletjes op middelhoog vuur in ca. 15 min. rondom goudbruin en gaar.

Kook ondertussen de aardappelen in een ruime pan in 15 min. gaar. Voeg na 5 min. de pompoenstukjes toe.

Snijd ondertussen de onderkant van de stronken witlof en halveer ze in de lengte. Snijd in de lengte in dunne repen. Boen de citroen schoon en rasp de gele schil. Pers de helft uit en snijd de rest in partjes. Meng de citroenrasp, een ½ el sap (per 4 personen) en de rest van de olie door de yoghurt tot een dressing. Breng op smaak met peper en zout. Schep de dressing met de rest van de dille en druiven door het witlof.

Giet de aardappelen en pompoen af en stamp met de pureestamper tot een grove stamppot. Serveer met de balletjes, witlofsalade en een citroenpartje.