Wentelteefjes in een muffinvorm

Verwarm de oven voor op 200 °C. Klop in een diep bord de eieren los met de melk en bestrooi met een snufje zout. Halveer de frambozen in de lengte. Snijd de korstjes van het brood en halveer de sneetjes in de lengte.

Leg twee halve sneetjes in de lengte tegen elkaar aan en laat de korte kanten ca. een ½ cm overlappen. Rol met een deegroller alleen over de overlap zodat ze aan elkaar blijven plakken. Haal een broodreep door het ei, zodat deze helemaal bedekt is. Leg met de korte kant naar je toe op een snijplank. Leg onderin een paaseitje en verdeel daarboven vier halve frambozen. Laat de puntjes van de frambozen een klein beetje uitsteken aan één kant. Vouw een hoekje over het paasei. Rol vervolgens de broodreep verder van onder naar boven op, zodat het paaseitje in het midden uitkomt en er een soort roos ontstaat. Herhaal met de rest van de broodrepen.

Zet de roosjes met de frambozen en het eitje naar boven in een muffintray en bak in het midden van de oven in 12 min. goudbruin. Klop ondertussen de slagroom met de helft van de kaneelsuiker lobbig en pluk de blaadjes van het takje munt. Neem de wentelteefroosjes uit de oven en bestrooi met de rest van de kaneelsuiker. Serveer direct samen met de slagroom en garneer met de munt en extra frambozen.