• Verwarm de melk in een steelpan tot lauwwarm. Laat het niet te heet worden, dan werkt de gist niet goed. Voeg de gist en suiker toe. Laat 10 min. staan tot het begint te schuimen. Laat ondertussen de krenten 10 min. wellen in heet water. Giet af, knijp het water eruit en dep droog met een schone theedoek. Snijd de abrikozen in stukjes die net zo groot zijn als de krenten.

• Zeef in een ruime kom de bloem met het zout. Maak een kuiltje in het midden en breek het ei erboven. Voeg al kloppend met een mixer met deeghaken of garde het melkmengsel toe. Klop tot een egaal, elastisch beslag dat qua dikte zit tussen pannenkoekenbeslag en brooddeeg.

• Schep de gewelde krenten en abrikozen erdoor. Dek af met een vochtige, schone theedoek en laat op een warme, tochtvrije plek 1 uur rijzen tot het ongeveer in volume verdubbeld is. Roer na het rijzen het beslag even door met een pollepel.

• Verhit de olie in een (frituur)pan tot 180 °C. Gebruik eventueel een keukenthermometer. Doop de ijsschep kort in de hete olie. Schep langs de rand van de kom met beslag in 1 beweging omhoog en veeg overtollig beslag af aan de rand van de kom. Laat het beslag voorzichtig in de hete olie vallen. Bak de oliebollen in delen met 4 tegelijk in ca. 6 min. goudbruin en gaar. Schep ze af en toe om, zodat ze egaal van kleur worden.

• Haal de oliebollen uit de olie en laat uitlekken op keukenpapier. Laat de olie weer op temperatuur komen voor je nieuwe gaat bakken. Bestrooi met poedersuiker.

bewaartip:Oliebollen of krentenbollen over? Maak er de volgende dag wentelteefjes van! Zoek op '1196046' voor het recept.