• Bekleed de wand en bodem van de springvorm met bakpapier. Verkuimel de koekjes. Smelt de boter en meng door de fijne koekkruimels. Druk de massa over de bodem van de taartvorm uit en laat in de koelkast minstens 30 min. opstijven.

• Verwarm ondertussen in een pan ⅔ van de blauwe bessen, de helft van de bramen, basterdsuiker (75 g per taart) en een scheutje water. Laat op laag vuur 10 min. zachtjes koken. Wrijf door een zeef en laat de puree afkoelen. Week de gelatine 5 min. in koud water. Boen de citroen schoon, rasp de gele schil fijn en pers de vrucht uit.

• Verwarm in een pannetje het citroensap (laat niet koken). Knijp de gelatine uit. Haal de pan van het vuur en los de gelatine erin op. Laat iets afkoelen. Klop in een kom de mascarpone, yoghurt en slagroom met de rest van de suiker tot een gladde massa. Roer de gelatine en citroenrasp goed erdoor. Schenk de fruitpuree bij het mascarponemengsel en schep met een spatel enkele slagen om (marmereffect).

• Schenk het mengsel voorzichtig over de taartbodem en laat de taart in de koelkast minstens 3 uur opstijven. Verwijder de rand van de springvorm. Snijd de taart met een in heet water gedompeld mes in 8 punten. Garneer met de rest van de bessen en de rest van de bramen.

variatietip:In plaats van bosvruchten kun je ook zacht rood fruit van het seizoen gebruiken.