Menu
Lusekatter (Zweedse saffraanbroodjes)
Ingrediënten
- 90 gr boter
- 500 gr bloem (evt. + 50 gr)
- 2 st eieren, losgeklopt
- 75 gr witte basterdsuiker (= 60 + 15)
- 10 gr gedroogde gist
- 1 snuf zout, flinke
- 0,25 l volle melk, lauwwarm
- 0,1 gr saffraan (= 2 zakjes)
- 50 gr rozijnen
Bereiden
verwarm een paar eetlepels van de melk tot het kookpunt.
Laat daarin de saffraan een kwartier trekken.
Was de rozijnen en maak ze goed droog, wentel ze evt. door wat bloem.
Smelt de boter en voeg de lauwwarme melk toe.
Laat het mengsel afkoelen tot 37 graden.
Roer er een losgeklopt ei en de saffraanmelk door.
Verwerk de gist volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Meng de bloem. het zout en 60 gr basterdsuiker in een grote kom en maak er een kuiltje in.
Giet het boter-melkmengsel in het kuiltje.
Roer alles met een houten lepel tot een deeg. Voeg evt. wat bloem toe. Het deeg moet vrij slap blijven.
Maak er op een met bloem bestoven werkblad al knedend een elastisch deeg van.
Meng de rozijnen door het deeg.
Laat het deeg 1,5 à 2 uur rijzen op een warme plek.
Kneed het dan nog een keer door.
Verdeel het deeg in 12 gelijke stukken.
Maak van elke portie deeg een rolletje van 12 cm lang.
Vouw de rolletjes in een S-vorm.
Leg ze op een ingevette of met bakpapier beklede bakplaat.
Zorg voor voldoende tussenruimte, want ze rijzen nog flink.
Laat de broodjes afgedekt met folie nog een halfuur rijzen tot twee keer het oorspronkelijke volume.
Verwarm de oven voor op 220 graden.
Bestrijk de broodjes met het tweede losgeklopte ei en strooi er de rest van de basterdsuiker overheen.
Bak de broodjes in 15 minuten gaar en goudbruin.
Materialen
Grote mengkom, houten lepel, evt. bakpapier, bakplaat.