Stamppot boerenkool 1 Reken voor een ouderwetse stamppot op 200 gram boerenkool en 350 gram aardappelen per persoon. Om een goeie smeuige stamppot te krijgen is de kooktijd belangrijk. Leg de aardappelen in de pan en doe er net zoveel water op als wanneer je ze gewoon zou koken. Leg de boerenkool bovenop de aardappelen en kook het geheel 25 minuten. Afgieten en stampen met een flinke klont boter, een flinke scheut hete melk en een lepel mosterd. Wil je eens een wat andere stamppot maken dan roer je er per persoon zo’n 75 gram blokjes komijnekaas door. Uitgebakken spekjes doen het ook altijd goed. ---- Stamppot boerenkool 2 Snipper een ui en snij een rode paprika klein. Roerbak ze in een wok of grote pan samen met 125 gram spekblokjes en voeg na een paar minuten 400 gram gesneden boerenkool toe. Roerbakken tot de boerenkool zacht is. Kook de aardappelen apart en stamp ze met boter en melk. Roer de ui/paprika/spek/boerenkool samen met een fijngesneden warme rookworst door de stamppot. --- Stamppot boerenkool uit de oven Verwarm de oven voor op 200 graden. Snij een rookworst in blokjes. Bak 125 gram spekblokjes en als deze goudbruin zijn voeg je de blokjes rookworst toe. Doe er 400 gram gesneden boerenkool bij en bak het geheel nog 5 minuten. Schep het boerenkoolmengsel in een ingevette ovenschaal en verdeel er de ondertussen gemaakte aardappelpuree over. Bestrooi de bovenkant met 100 gram oude geraspte kaas. Het geheel gaat 30 minuten in de oven. Als de bovenkant te bruin wordt naar je zin dan afdekken met los aluminiumfolie. En die voorverpakte rookworsten die leggen we natuurlijk niet in een pannetje heet water. Welnee. Gewoon een paar gaatjes in prikken en dan op een bord in de magnetron. Een aantal minuten op hoog en klaar is je rookworst. Echt wellen doe je alleen nog zo’n ambachtelijk gemaakte worst van de slager. Allemaal lekker met piccalilly.